Vorige week werd bekend dat de documentatie voor het zorgprestatiemodel is vastgesteld. De regelgeving en prestaties zijn duidelijk, de tarieven zijn gepubliceerd en er zijn factsheets en spelregels. Helemaal ‘klaar voor gebruik’ is het echter niet. Een van de belangrijkste doelen van het model is om administratieve lasten te verlagen. Een gevolg is echter dat uw administratie er heel anders uit zal zien en dat u belangrijke informatie, die nu vanzelfsprekend is, binnenkort misschien moeilijker kunt vinden. Om u goed voor te bereiden op het nieuwe systeem moet u dus ook kritisch kijken naar het huidige. Hoe zijn processen georganiseerd, welke informatie bieden die en hoe zorgt u ervoor dat dit binnen het zorgprestatiemodel intact blijft? Met deze drie tips weet u waar u op moet letten en bent u pas echt klaar voor gebruik.
Tip 1: Bepaal relevante sturingsinformatie
Het zorgprestatiemodel vereenvoudigt de registratie door werkzaamheden te bundelen in een beperkte hoeveelheid codes. Dat is op het eerste oog fijn en overzichtelijk, maar betekent ook dat er een hoop nuances uit uw administratie verdwijnen. Hoeveel van de geleverde zorg achter die ene code was op afstand? Is het waardevol om te weten of de zorg digitaal heeft plaatsgevonden? Dit is allemaal relevante informatie die verdwijnt in die ene code. Bepaal welke sturingsdata in het huidige systeem cruciaal zijn en controleer of die in het zorgprestatiemodel nog wel inzichtelijk blijven. Is het dat niet het geval, zorg dan dat u deze informatie op een andere manier bijhoudt. Het opschonen van sommige codes was hoognodig, maar cruciale informatie is dat ook.
Tip 2: Breng indirecte tijd in kaart
Een andere verandering in het zorgprestatiemodel is de afschaffing van indirecte tijd. Ook dit is een vereenvoudiging die mooi lijkt, maar grote gevolgen kan hebben. De indirecte tijd zit verdisconteerd in het tarief van een consult, maar het gemiddelde dat daarvoor genomen is, zal lang niet voor elke cliënt kloppen. Besteden zorgprofessionals relatief veel indirecte tijd per patiënt, dan komt u vaak boven dat gemiddelde uit, waardoor een financieel verschil ontstaat. Zoek dus goed uit hoe de hoeveelheid directe en indirecte tijd in uw huidige consulten is verdeeld en reken door in hoeverre dit strookt met het gemiddelde.
Tip 3: Bepaal de declaratiekalender
In het zorgprestatiemodel is het in theorie mogelijk om elke dag te declareren. Het is goed om ruim op tijd te bepalen welke declaratiefrequentie u wilt gebruiken. Wanneer is registratie definitief, hoe wordt een periode afgesloten en wat doet dit met (tussentijdse) verantwoording? Er volgen hiervoor vermoedelijk nog richtlijnen, maar hoe eerder u hier zelf al lijn in kiest, hoe duidelijker u bent naar zowel de declaratieafdeling als uw financiers.
Geen verrassingen
Wilt u weten hoe uw organisatie zal werken binnen het zorgprestatiemodel, breng dan vooral eerst in kaart hoe u nu werkt, en ga daarna voor de belangrijke rollen op de backoffice gedetailleerd na welke veranderingen het zorgprestatiemodel met zich meebrengt. Uw administratie zal volgend jaar lang niet alle informatie bieden die u gewend bent, dus bepaal nu welke gegevens cruciaal zijn voor een gezonde bedrijfsvoering en zorg de komende maanden dat u die kennis borgt. Leg de huidige processen naast de processen die u, op basis van alle bekend geworden gegevens, kunt verwachten en zorg ervoor dat u niet voor verrassingen komt te staan.
Heeft u ondersteuning nodig bij het uitzoeken van deze processen of heeft u andere vragen over de voorbereiding op het zorgprestatiemodel, neem dan contact op met een van onze specialisten op dit gebied.