Met ingang van volgend jaar wordt een nieuwe vorm van het woonplaatsbeginsel voor de Jeugdwet gehanteerd. Tot nu toe was de woonplaats van de gezagsdrager leidend bij het vaststellen van de verantwoordelijke gemeente. Bij de invoering van de wet wijzigt het woonplaatsbeginsel als volgt:

  • Als er sprake is van ambulante zorg, is de gemeente waar de jeugdige op dat moment staat ingeschreven verantwoordelijk.
  • Als er sprake is van zorg met verblijf, is de gemeente waar de jeugdige direct voorafgaand aan het zorg met verblijftraject stond ingeschreven verantwoordelijk.

Gemeenten hebben tot 3 juli de tijd om een overzicht aan te leveren met de ‘zittende populatie’ cliënten. Na die datum is het voor veel zorginstellingen zaak om organisatie en administratie voor te bereiden op de aanstaande wijzigingen. Door op deze vijf zaken te letten, zorgt u dat uw organisatie hier zo min mogelijk hinder van ondervindt.

 

  1. Contracten met nieuwe gemeenten

Mogelijk komen huidige cliënten onder gemeenten te vallen waar de zorginstelling geen contractafspraken mee heeft. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het aanbieden van contracten voor de nieuwe cliënten. Hiervoor is een standaardvorm opgesteld. Toch is het goed om in de gaten te houden dat die standaardcontracten daadwerkelijk worden geleverd en welke afspraken hierover gemaakt worden. Maak een overzicht wat u van welke gemeenten kunt verwachten en controleer of die contracten ook daadwerkelijk rondkomen.

 

  1. Trajectfinanciering

Er zullen cliënten zijn die onder trajectfinanciering van gemeenten vallen. Wanneer deze cliënten wijzigen van verantwoordelijke gemeente, moeten er afspraken worden gemaakt met de oude gemeenten over welk deel van het oude traject nog gefinancierd wordt. Wanneer 50% vooraf gedeclareerd mag worden, mag de laatste 50% dan ook nog gedeclareerd worden? Hoe gemeenten dat zullen oplossen, is nog onduidelijk en waarschijnlijk afhankelijk van de hoeveelheid cliënten in deze situatie. Zorg er in elk geval voor dat u ook hier een overzicht van heeft. Des te groter de kans dat dit proces foutloos verloopt.

 

  1. Impact op uw geldstroom

Alleen al de bovenste twee punten zorgen ervoor dat deze nieuwe verdeling van cliënten gevolgen heeft voor uw geldstromen. Zorg dat u weet hoe die verschuiven en controleer van tevoren of uw begrotingen sluitend zijn in de nieuwe situatie. Mochten er toch problemen opspelen, zijn die zo altijd sneller op te lossen.

 

  1. Contracten hoofd- en onderaannemers

Het herverdelen van cliënten onder nieuwe gemeenten betekent mogelijk ook een herverdeling van die cliënten onder uw onderaannemers. Sommige samenwerkende instellingen kunnen de zorg nu declareren bij de gemeente, of u kan zelf declareren bij de gewijzigde gemeente. Inventariseer dit en zorg dat u in de komende maanden al duidelijke afspraken maakt met partnerorganisaties om dit proces zo soepel mogelijk te laten verlopen.

 

  1. Wijzigingen productcodes

Nieuwe gemeenten betekenen nieuwe productcodes. En nieuwe productcodes betekenen een impact op uw backoffice. Zorg dat uw ECD’s zijn ingericht op de nieuwe situatie en dat functioneel beheerders weten wat ze kunnen verwachten aan mogelijke probleemgevallen, vragen en klachten.

 

 

Na 3 juli ontvangt u van de gemeenten een overzicht met cliënten waarbij de gemeente wijzigt. Analyse op de aangeleverde bestanden, de impact bepalen voor de interne processen en de datakwaliteit op orde hebben zijn van groot belang. Hoe sneller u met bovenstaande punten aan het werk gaat, hoe kleiner de impact van het nieuwe woonplaatsbeginsel zal zijn.

 

The Beagle Armada: Oog voor verandering, hart voor de zorg