Als we na de afgelopen maanden één conclusie kunnen trekken over de problemen in de Jeugdzorg, dan is het wel dat de samenwerking tussen gemeenten en zorginstellingen beperkt is. The Beagle Armada deelde haar ervaringen bij Jeugdzorginstellingen, Stipter ziet vergelijkbare problemen bij gemeenten en organiseert in oktober een (verplaatst) evenement. Het antwoord op de belangrijkste vraag blijft alleen nog open: hoe gaan we van hieruit verder?
Een belangrijke sleutel ligt mogelijk in het concept van de ‘koppelzone’, dat is ontwikkeld door de Stichting Transactieland. Nanko Boerma, directeur van Transactieland, en zijn collega’s hebben dit wetenschappelijk onderbouwde concept voor het organiseren van de samenwerking tussen verschillende partijen in een keten uitgewerkt en in de praktijk getoetst. Nanko schreef een wetenschappelijk artikel over de toepassing hiervan in de jeugdzorg.
Transactiekostentheorie
De wetenschappelijke basis achter de koppelzones ligt in de economische ‘transactiekostentheorie’. Ronald Coase gaf hiervoor het startpunt. De transactiekostentheorie verklaart dat steeds meer producten en diensten in onze samenleving niet meer bínnen één bedrijf of organisatie worden gemaakt, maar voortkomen uit samenwerkingen tússen organisaties. Bedrijven en organisaties hebben zich steeds meer toegelegd op hun ‘core business’ en kopen ‘de rest’ steeds meer in.
Dat is, zo stelt de transactiekostentheorie, alleen maar verstandig als je niet alleen let op de som van de kosten van productie bínnen de organisaties in de keten. Je moet juist ook goed letten op de kosten van de afstemming tússen die organisaties in de keten. Op de transactiekosten dus. Dat wordt vaak vergeten, waardoor het totaal van de kosten veel hoger is dan nodig. ‘Waardelekken’ noemen ze dat bij Transactieland. In de (Jeugd-)zorg zie je deze waardelekken terug als administratieve lasten.
Let wel: transactiekosten horen nou eenmaal bij het werken in een keten, maar je moet je ervan bewust zijn. Ze zijn namelijk beïnvloedbaar.
Transactiekosten in de jeugdzorg
Sinds de decentralisatie bevindt de uitvoering van de jeugdzorg zich in een keten van zorgaanbieders en gemeenten. Er is daarbij te weinig inzicht in de transactiekosten. Iedereen heeft het idee dat er veel geld verloren gaat in de samenwerking tussen gemeenten en zorginstellingen. We zien dat er, als gevolg van het werken in die keten, veel transactiekosten worden gemaakt bij het contracteren, toeleiden en afrekenen. Grofweg is dit het gevolg van:
- Beperkte kennis bij de gemeenten. Over aanbestedingen, over de zorgvraag, over goede samenwerking en over inkoop.
- Opportunistisch gedrag bij de uitvoering van zorg. Tussenpartijen drijven de prijs van zorg op, zorginstellingen houden cliënten onnodig lang vast en gemeenten drukken inkoopprijzen.
- Asset specificity: investeringen die niet optimaal worden benut. Zo hebben zorginstellingen per gemeente te maken met verschillende procedures, zijn er veel te korte behandelrelaties en kunnen veel offertes maar één keer worden gebruikt. Dit is inefficiënt en duur.
De mensen van Stipter en The Beagle Armada zien dit in hun werk, voor respectievelijk gemeenten en zorginstellingen, op dagelijkse basis terug. Ook zien ze dat de focus in discussies in de sector op dit moment vooral ligt op tarieven en vermindering van regels. Het goed doorgronden van het totaal van de transactiekosten en de oorzaken daarvan staan nauwelijks op het vizier.
Echte transformatie in de jeugdzorg is pas mogelijk als we voorbij de tarievendiscussies kijken en – in de termen van Transactieland – de ‘waardelekken’ weten te vervangen door ‘waardevolle verbindingen’. Het inrichten van een koppelzone helpt daarbij.
Koppelzones in de Jeugdzorg
Een koppelzone is in dit scenario een samenwerkingsverband tussen gemeenten en Jeugdzorginstellingen. In die samenwerking zorgen ze voor:
- Het in beeld brengen van concrete problemen in de procesuitvoering en het bedenken van oplossingen voor die problemen.
- Het implementeren van die oplossingen in de organisaties.
- Het scheppen van voorwaarden voor de leiding en/of besturen om met deze oplossingen in te stemmen.
De koppelzone bestaat uit medewerkers uit alle lagen van de organisatie. Gemeenten en zorginstellingen hebben een verticale structuur, maar hun samenwerking is horizontaal. Om te zorgen voor een goede koppeling, moeten alle lagen aan elkaar hechten. In de samenwerking zitten daarom praktijkexperts, managers én bestuurders. Een groep die de problemen aan den lijve ondervindt, een groep die daarin prioriteiten aanbrengt en een groep die afspraken kan en mag maken.
Hun gesprekken gaan niet over alles, maar juist over zo weinig mogelijk. De belangrijkste vraag is: hoe gaan wij in deze keten met elkaar om? Door die vraag op een regelmatige basis te beantwoorden en problemen die daaruit voortkomen op te lossen, groeit het vertrouwen, verstevigt de samenwerking en komt er zicht op oplossingen voor oorzaken in plaats van symptomen. Hiermee verbetert de backoffice en daardoor ook de zorg.
Andere sectoren
Zo kunnen koppelzones de schakel zijn die nodig is om de afstand, die is ontstaan na de decentralisatie, te verkleinen. Niet alleen in de Jeugdzorg, maar ook binnen andere sectoren. Wij zijn van plan om dit concept samen met Transactieland verder uit te werken. Bent u benieuwd hoe, of wilt u uw ideeën over de Koppelzones met ons delen, neem dan vooral contact op. Zowel TBA als Nanko Boerma staan voor u klaar.
The Beagle Armada: Oog verandering, hart voor de zorg
TBA werkt veel met jeugdzorginstellingen. Dit schreven we eerder:
Hoe koppelzones de jeugdzorg kunnen helpen
TBA uitvoerder backoffice-processen Jeugdzorg
Hoe kan de jeugdzorg haar financiën rechttrekken?
Voorbij de chaos van nu: een duurzame toekomst voor de jeugdzorg?